Mark Ruttes collega’s in Europa staan op het punt om een belangrijke handreiking te doen zodat Nederland het Oekraïneverdrag alsnog kan ondertekenen. Het draait om de ‘zorgpunten’ die het kabinet benoemde naar aanleiding van het ‘nee’ bij het referendum van 6 april.

Plan is om een tweede document toe te voegen aan het verdrag, ter verduidelijking. Daarin moet onder meer komen te staan dat het verdrag geen stap is richting EU-lidmaatschap voor Oekraïne.

Hoewel op dit punt nog geen compromis is bereikt, is de bereidheid onder regeringsleiders in heel Europa groot, schrijft de Volkskrant.

Zowel de Tweede en Eerste Kamers moeten instemmen met de zogenoemde ‘bindende verklaring’. Donderdag wil Rutte een definitief akkoord bereiken over dit tweede document. Nu al roemen bronnen van de Volkskrant dat als ‘een politieke prestatie van formaat’.

Oorlog in Oekraïne

De Nederlandse premier heeft altijd benadrukt het verdrag te steunen, omdat het ‘nee’ van de stemmers niet uitstijgt boven het feit dat Rusland de Krim van Oekraïne heeft afgepakt en nu een oorlog voert in het oosten van dat land. Maar de Eerste Kamer dreigde het verdrag te blokkeren na de uitslag van het referendum. En dus was Rutte aangewezen op zijn politieke kunnen om het parlement te overtuigen.

Drie van de vier 'zorgpunten' die het kabinet opmaakte uit het 'nee', zijn al ingewilligd met een verduidelijking in het 'bindende verklaring'. Zo zal Europa geen militaire bijstand of garanties verlenen aan Oekraïne en het recht behouden om de aantallen Oekraïners die wonen en werken in Europa te beperken.

Toetreding tot de EU

Ten slotte zal het budget dat de EU onder mom van het associatieverdrag spendeert, niet verhoogd worden en kan Brussel in extreme gevallen beslissen om het geheel op te schorten.

Het laatste punt over wel of geen EU-toetreding is cruciaal voor Nederland, dat daar op tegen is. Andere lidstaten zoals Polen en de Baltische landen zijn van mening dat Kiev juist toegelaten moet worden onder de juiste voorwaarden. Oekraïne wil zelf ook lid worden.

Maandag spreken de politiek assistenten van de premiers daarover verder.